PATIËNTEN VERHALEN

Linda Brasz: ‘Geloof in je eigen kracht’

Linda Brasz: ‘Geloof in je eigen kracht’

Al vanaf 2012 had de nu 56-jarige Linda Brasz, topambtenaar bij de Gemeente Amsterdam, last van slikklachten. Aanvankelijk dacht de huisarts aan galstenen, maar uit een echoscopie, die in een kliniek werd gedaan, bleek daar niets van. Ook andere organen zagen er normaal uit. Maar naar de overgang van de slokdarm naar de maag werd toen niet gekeken.

Linda vertelt daarover: ‘De klachten bleven aanhouden en dan krijg je opmerkingen als, misschien komt het, omdat je een erg drukke baan hebt, moet je het niet wat rustiger aandoen?’

Ik werd ook steeds vermoeider en kreeg alsmaar meer last met het doorslikken van voedsel van de slokdarm naar de maag. Op een gegeven moment voel je gewoon dat het niet goed zit.

Uiteindelijk werd ik in maart 2013 in het Lucas Andreas Ziekenhuis onderzocht. Daar toonde een endoscopie aan dat er sprake was van slokdarmkanker. Maar ook dat ik nog geen uitzaaiingen had.
 Na drie weken kwam ik daarom voor verdere behandeling in het AMC terecht, waar opnieuw onderzocht werd hoe groot de tumor was en of ik echt geen uitzaaiingen had. Bij uitzaaiingen kom je namelijk niet voor een operatie in aanmerking.

Gelukkig bleek dat niet het geval. Vervolgens kreeg ik eerst vijf weken radio- en chemotherapie om de tumor te verkleinen en volgde er een wachttijd van zo’n tien tot 12 weken voor de operatie. 

In die tijd heb ik aan een aantal wetenschappelijke onderzoeken meegedaan in verband met conditie en kwaliteit van leven en heb ik kankerweefsel voor verder onderzoek afgestaan. Ik vond het belangrijk bij te kunnen dragen aan wetenschappelijk onderzoek. Zelf kon ik ook al profiteren van eerder opgedane wetenschappelijk inzichten, waardoor ik de radio- en chemotherapie van vijf weken kreeg.

Op 21 juli vond mijn operatie plaats, die bijna 10 uur duurde.

Helaas ontstonden er daarna serieuze complicaties. Je wordt daar van tevoren uiteraard goed op gewezen, maar hoopt toch altijd dat jij die dans ontspringt. Maar een dag na de operatie bleek dat er een infuus verkeerd was ingezet. Dit had een kapotte ader tot gevolg, waardoor wederom een ingreep onder narcose noodzakelijk was. Dit komt overigens zelden of nooit voor.
Een week later kreeg ik echter ook te maken met naadlekkage. Dit is een ernstige complicatie. Via een endoscopie werd deze lekkage gelukkig hersteld. Verder bleek ik een gebroken rib te hebben, waar ik veel last van had.
De diverse slangetjes door mijn neus naar de keel waren er mogelijk de oorzaak van dat ik hartritmestoornissen kreeg, die enige maanden aanhielden. 

En tot overmaat van ramp kreeg ik ook nog een bacteriële infectie in het vocht naast mijn longen, waardoor ik doodziek werd. Dit alles heeft zo’n twee maanden geduurd, waardoor ik ernstig verzwakt raakte.
Na twee maanden in het ziekenhuis behandeld te zijn geweest, overigens ook met fantastische hulp van de zorgverpleging, mocht ik thuis verder uitzieken. Al snel daarna mocht eindelijk de drain uit mijn ribbenkast worden gehaald (nodig vanwege de infectie), waar ik erg veel last van had.

Helaas kreeg ik onverwachts, na het weghalen van de drain in het ziekenhuis, heel ander nieuws van prof. dr. Van Berge Henegouwen te horen.
Hij vertelde mij dat de radioloog en hijzelf nog eens goed naar mijn CT-scan hadden gekeken en alsnog twee verdachte plekjes op mijn lever hadden ontdekt. Een punctie wees vervolgens uit dat die plekjes uitzaaiingen waren van mijn slokdarmkanker.

Dat was een enorm schok voor mij. In feite krijg je te horen dat je doodgaat en dat er alleen nog een palliatieve behandeling mogelijk is.
U moet uw zaakjes gaan regelen, kreeg ik van de artsen te horen
Vervolgens werd ik overgeplaatst naar de afdeling Oncologie van prof. dr. Hanneke van Laarhoven. Eerst kreeg ik een chemokuur van zes keer drie weken en daarna een structurele onderhoudsdosering. Dit heb ik een jaar vol kunnen houden, waardoor de tumortjes zeer klein waren geworden en ik geen verdere uitzaaiingen kreeg. Hier was ik dolblij mee.

Ik ben een doorzetter en een realistische vrouw. Bovendien heb ik veel in mijn leven meegemaakt, dus dat helpt. Vanaf het moment dat ik hoorde dat ik kanker had en zeker toen ik te horen kreeg dat ik niet heel veel tijd meer had om te overleven, was mijn houding enerzijds de dingen goed te regelen, anderzijds ervoor te zorgen dat mijn strijdlust en geloof in eigen kracht optimaal zou worden ingezet. Om mijn twee kinderen in het huis te kunnen laten wonen, ben ik zelfs hertrouwd met mijn ex-man.
Terugkijkend zal ik de geweldige ondersteuning van mijn kinderen Lara en Leanne, die toen net 18 en15 waren, en mijn trouwe zorgcirkel van zo’n tien vrienden/vriendinnen, nooit meer vergeten.

Na een jaar chemo bleef mijn situatie zo stabiel en waren de uitzaaiingen in de lever zo klein, dat ik naar de mogelijkheid van een leveroperatie durfde te vragen.
 Mijn medisch team ging vervolgens akkoord met een zogenoemde RFA-operatie (radiofrequentie ablatie), waarbij als het ware een gloeiendhete breinaald in je lever wordt geprikt, waarmee de tumoren worden weg gebrand. Maar voordat deze ingreep plaatsvond, kreeg ik nog een enorme opdoffer te incasseren. Ik had last gekregen van een plekje op mijn rechteronderbeen en na onderzoek bleek dat ik een melanoom had, een ernstige vorm van huidkanker. Uiteindelijk werd ik daarvoor in het AVL (Anthonie van Leeuwenhoek) ziekenhuis behandeld.
Dit bericht kwam bij mij nog harder binnen dan de diagnose van slokdarmkanker. Want wellicht kwam daarmee mijn RFA in gevaar en zou ik alsnog niet mijn lange strijd overleven.

Gelukkig konden er in september 2014 in een en dezelfde week twee operaties worden uitgevoerd. Eerst in het AMC de RFA-ingreep en een paar dagen later werd in het AVL het melanoom weggesneden, waarbij er gelukkig geen uitzaaiingen waren.

Op de eerstvolgende scan in het AMC bleek mijn lever schoon te zijn.

Daarna volgde drie maanden van lichamelijke en psychologische revalidatie in het AVL, die daar een programma voor aanbiedt.
Zo rond april 2015 was het grootste leed geleden en ben ik weer deels gaan werken en op 1 augustus fulltime.

Toen, maar ook nu, ben ik nog steeds ongelooflijk onder de indruk van de samenwerking van de diverse medische disciplines. Mijn beide chirurgen, prof. dr. Van Berge Henegouwen en dr. Gisbertz, en mijn oncologie-professor dr. Van Laarhoven, hebben mij in deze hele periode fantastisch bijgestaan en alles in hun vermogen gedaan om mij te laten leven. Ik voelde me heel serieus genomen en kon altijd terecht met mijn vragen. Er werd altijd gezocht naar oplossingen. 

Daarom vind ik het ook zo belangrijk dat er goed en gedegen onderzoek wordt gedaan naar deze vorm van kanker en wil ik daar graag mijn bijdrage aan leveren.

Ik ben intens dankbaar voor elke dag en geniet met volle teugen, hoewel ik af en toe wel wat te veel doe. Ik doe prachtig werk, ik schilder, ik sport, ik kan mantelzorger voor mijn demente moeder zijn, vriendschappen onderhouden en vooral van mijn kinderen en hondjes genieten, dankzij hun zorg en inzet. Daar ben ik hen zeer dankbaar voor en ik gun nog vele patiënten na mij deze medische zorg van deze betrokken professionals.

Voor toekomstige patiënten adviseer ik dan ook altijd goed je kansen te bespreken en deze zorgvuldig te overwegen. En vooral ook om je te durven overgeven aan het medisch inzicht en zorg, die er door deze mensen geboden wordt. En ook om mee te werken aan wetenschappelijk onderzoek, waardoor er nog betere zorg en nieuwe technieken beschikbaar kunnen komen. Dit bevordert ook de kwaliteit en verhoogt de overlevingskans van ons als patiënt.

Steun onze pioniers!

Investeer in ons onderzoek en draag bij aan betere vooruitzichten voor patiënten.

Klik de button en vul het formulier in

Direct doneren

 

Machtiging

Stel een vraag

Wilt u meer informatie, of heeft u een vraag over onze onderzoeken?

Laat het ons weten.

 

Stel uw vraag

 

Search